Jeugdhulp
Beleidsmatige doelstellingen
Beleidsdoelstelling: |
| Toelichting : In Q2–Q3 wordt gewerkt aan een plan van aanpak voor de verdere lokale uitwerking van de hervormingsagenda jeugd. De centrale vraag – hoe wij de jeugdzorg in Stein passend en duurzaam organiseren – staat hierbij centraal. Een belangrijk uitgangspunt hierbij is de inzet op een stevig lokaal team, zoals beoogd binnen de landelijke hervormingsagenda. Dit team moet preventief, nabij en integraal kunnen werken, in nauwe samenwerking met onderwijs, zorg en andere partners binnen het sociaal domein. Deze uitgangspunten vormen de basis voor het plan dat richting geeft aan een toekomstbestendige inrichting van de jeugdhulp in Stein. |
---|---|---|
Beleidsdoelstelling: |
| Toelichting: |
Beleidsdoelstelling: | Toelichting : | |
Beleidsdoelstelling: |
| Toelichting : Door de inzet van deze POH van het Centrum Jeugd en Gezin wordt deze vorm van zorg laagdrempelig bereikbaar voor de leerlingen. |
Beleidsdoelstelling: | | Toelichting : In Q1 2025 zijn we verdergegaan met het duurzaam organiseren van het leerlingenvervoer. In de praktijk ervaren we knelpunten in de organisatie, waardoor het geen haalbare kaart lijkt om het gewenste uitvoeringsniveau te halen. Om de kwaliteit, uitvoerbaarheid en continuïteit van deze taak te borgen, verkennen we of een regionale samenwerking en uitvoering met andere gemeente in de Westelijke Mijnstreek mogelijk en wenselijk is. In Q3 zullen wij middels een raadsinformatiebrief hierover communiceren. |
Financiele afwijkingen
Werken aan een sterke sociale infrastructuur: de sociaal maatschappelijke visie en de hervormingsagenda
De gemeente Stein staat – net als veel andere gemeenten – voor urgente en complexe sociaal maatschappelijke opgaven. Landelijke en regionale ontwikkelingen zoals de Hervormingsagenda Jeugd, het GALA, het IZA en de Omgevingswet bieden richtinggevende kaders om deze structureel aan te pakken. Deze ontwikkelingen onderstrepen het belang van samenhang tussen thema’s als jeugd, gezondheid, bestaanszekerheid, inclusie en preventie.
Stein streeft naar een sterke, integrale sociale infrastructuur waarin inwoners gezond, veilig, verbonden en zelfredzaam kunnen leven. Dit vraagt om samenwerking over domeinen heen, zoals met de fysieke leefomgeving, veiligheid, onderwijs en participatie. Waar de fysieke component van de Strategische Toekomstvisie 2040 al is uitgewerkt in de Omgevingsvisie, ontbreekt nog een integrale sociaal maatschappelijke visie. Deze visie vormt de ‘menselijke’ tegenhanger en schetst hoe Stein er sociaal uit moet zien in 2040.
Door de Hervormingsagenda strategisch te verbinden aan deze visie, ontstaat ruimte voor samenhangende beleidsontwikkeling en versterking van de uitvoering. De visie helpt om integraal te sturen op maatschappelijke opgaven, versterkt de sociale veerkracht en leefbaarheid van kernen, en bevordert samenwerking tussen beleid, uitvoering en maatschappelijke partners. Zo wordt sociale urgentie zichtbaar en krijgt het sociaal en maatschappelijk domein een stevige plek binnen de strategische koers van Stein.
Twee projectleiders op deze onderwerpen is essentieel om deze processen te begeleiden. Diegene brengt focus, expertise en verbindt landelijke opgaven met de lokale context. De projectleider zorgt voor analyse, integrale aanbevelingen en borgt regie en participatie. Zo werkt Stein doelgericht aan een toekomstbestendige, inclusieve samenleving waarin inwoners kunnen meedoen en zich ondersteund weten. Beide projectleiders (€ 130.000,- en € 135.000) worden gedekt uit de reserve sociaal domein.
Wendbaar en toekomstgericht: inspelen op jeugd- en Wmo-opgaven
We moeten als gemeente beter in kunnen spelen op de toenemende complexiteit en veranderende aard van ondersteuningsvragen binnen de domeinen Jeugd en Wmo. Door onze inzet inhoudelijk te herijken en nog meer toe te snijden op de actuele opgaven, borgen we de kwaliteit, continuïteit en effectiviteit van onze dienstverlening. Dit draagt bij aan een stevig fundament voor preventie, maatwerk en regievoering dicht bij de inwoner. We leggen de basis voor een toekomstbestendige werkwijze, waarin preventie, maatwerk en regievoering niet incidenteel, maar structureel onderdeel zijn van ons gemeentelijk handelen. Daarmee bouwen we aan een sociaal domein dat inwoners écht ondersteunt bij het herstellen van perspectief en het voorkomen van verergering van problemen.
De complexiteit van individuele casuïstiek binnen zowel Jeugd als Wmo neemt al geruime tijd structureel toe. Inwoners doen vaker een beroep op ondersteuning bij meervoudige problematiek, waaronder psychische klachten, onveilige thuissituaties, verslavingsproblematiek en het ontbreken van een ondersteunend netwerk. Deze situaties vragen om deskundigheid, tijd voor regie en afstemming, en het opbouwen van vertrouwen. Voor de Wmo wordt deze behoefte aan regie geconcretiseerd in de inzet van casusregie volgens het AVE-model (Aanpak ter Voorkoming van Escalatie). Dit model helpt vroegtijdig escalatie te voorkomen, samenwerking te coördineren en zorg effectiever in te zetten. Structurele inzet op deze aanpak vraagt om tijd, ruimte en beschikbaarheid van ervaren klantmanagers.
De landelijke Hervormingsagenda Jeugd vraagt om een versterkte regierol van gemeenten, zowel lokaal als regionaal. De agenda stelt stevige inhoudelijke eisen: meer regie op het zorglandschap, het versterken van het voorliggend veld, het terugdringen van zware en langdurige jeugdhulp en het actiever betrekken van jeugdigen en ouders. Dit vraagt om een programmatische en wendbare aanpak waarin beleidsontwikkeling en uitvoering nauw met elkaar verbonden zijn. In de praktijk zien we een duidelijke stijging in het aantal jeugdcasussen met meervoudige problematiek, zoals psychische klachten gecombineerd met schooluitval of onveilige thuissituaties. Het merendeel van het werk vindt plaats vóór inzet van formele zorg en bestaat uit vertrouwen opbouwen, overleg organiseren en onderzoek doen. Deze inspanningen zijn cruciaal voor duurzame ondersteuning, maar zijn vaak onvoldoende zichtbaar in traditionele sturingsinformatie.
De uitvoering van heronderzoeken bij Wmo-begeleiding in eigen beheer heeft geleid tot meer grip op zorginzet, beter zicht op individuele situaties en een versterkte samenwerking met betrokken partners. Deze werkwijze draagt bij aan passende, doelmatige ondersteuning en aan het versterken van de lokale regierol. Verankering van deze aanpak in de reguliere werkwijze vraagt om structurele inzet van klantmanagers.
Waar eerdere inschattingen (2022) nog uitgingen van tijdelijke drukte, laat de praktijk van de afgelopen jaren zien dat de verhoogde werkdruk structureel van aard is. De toenemende complexiteit van casuïstiek, de inhoudelijke opgaven uit de Hervormingsagenda en de bredere inzet op regie en preventie vragen om een duurzame organisatorische inrichting en structurele personele inzet.
De hiermee gemoeide kosten bedragen voor het jaar 2025 € 60.000 (voor een periode van vier maanden). Vanaf 2026 betreft het een structureel bedrag van € 180.000 per jaar. Dit betreft twee volledige fte's, waarvan één gericht is op het WMO-domein en één op het jeugdgebied.